Wet op de jeugdhulpverlening (WJHV) (1 gevonden)

Dutch Wet op de jeugdhulpverlening (WJHV)

Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...

rechtswetenschap (rechtsgeschiedenis) - Vervallen per 1 januari 2005. Wet van 8 augustus 1989, houdende regels ten aanzien van de jeugdhulpverlening. Daarin o.a. opgenomen advies- en meldpunten kindermishandeling en de cliƫntraden.


nadere verklaring kindermishandeling

Artikel 34a wjhv:

1. Een advies- en meldpunt kindermishandeling heeft, onverminderd de taken van de raad voor de kinderbescherming, tot taak:
a. het naar aanleiding van een melding van kindermishandeling of een vermoeden daarvan onderzoeken of sprake is van kindermishandeling;
b. het beoordelen van de vraag of en zo ja tot welke stappen de melding van kindermishandeling of een vermoeden daarvan aanleiding geeft;
c. het initiatief nemen tot de voor de minderjarige meest aangewezen hulpverlening;
d. het, na overleg met de raad voor de kinderbescherming, aan deze overdragen van een geval van kindermishandeling of een ernstig vermoeden daarvan, indien een maatregel met betrekking tot het gezag over de minderjarige overwogen dient te worden;
e. het in kennis stellen van andere justitiële autoriteiten van kindermishandeling of een vermoeden daarvan, indien het belang van de minderjarige dan wel de ernst van de situatie waarop de melding betrekking heeft, daartoe aanleiding geeft;
f. het op de hoogte stellen van degene die een melding heeft gedaan, van de stappen die door het advies- en meldpunt kindermishandeling zijn ondernomen.
2. Een advies- en meldpunt kindermishandeling heeft bovendien tot taak het verstrekken van advies aan een persoon die een vermoeden van kindermishandeling heeft over de stappen die door hem in verband hiermee kunnen worden ondernomen en het zonodig ondersteunen daarbij.
3. Onder kindermishandeling wordt in dit hoofdstuk verstaan: elke vorm van voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of van onvrijheid staat, actief of passief opdringen, waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel.
4. Een advies- en meldpunt kindermishandeling wordt in stand gehouden door een rechtspersoon die, indien hij ook andere taken heeft, voor de uitoefening van de taken, genoemd in het eerste en tweede lid, een afzonderlijke organisatorische eenheid inricht.


Artikel 45a wjhv:

1. Uitvoerders en voogdij- en gezinsvoogdij-instellingen stellen een cliëntenraad in, die binnen het kader van de doelstellingen van de voorziening of instelling de gemeenschappelijke belangen van de cliënten behartigt. De verplichting tot het instellen van een cliëntenraad geldt voor een uitvoerder ten aanzien van elke door hem in stand gehouden voorziening.
2. De uitvoerder en de voogdij- en gezinsvoogdij-instelling regelen schriftelijk:
a. het aantal leden van de cliëntenraad, de wijze van benoeming, welke personen tot lid kunnen worden benoemd en de zittingsduur van de leden;
b. de materiële middelen van de voorziening of instelling, waarover de cliëntenraad ten behoeve van zijn werkzaamheden kan beschikken;
3. De in het tweede lid bedoelde regeling is zodanig dat de cliëntenraad:
a. redelijkerwijze representatief kan worden geacht voor cliënten en
b. redelijkerwijze in staat kan worden geacht hun gemeenschappelijke belangen te behartigen.
4. In de cliëntenraad wordt voorzien in ten minste twee plaatsen voor jeugdigen, tenzij de uitvoerder of de voogdij- of gezinsvoogdij-instelling aantoont dat dit niet aangewezen is.
5. Onder cliënt wordt in dit hoofdstuk in ieder geval verstaan: de jeugdige, de ouder, de voogd, de stiefouder, de pleegouder en degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag uitoefent.
6. De cliëntenraad regelt schriftelijk zijn werkwijze met inbegrip van zijn vertegenwoordiging in en buiten rechte.
7. De kosten van het voeren van rechtsgedingen door de cliëntenraad, zoals bedoeld in artikel 45j, tweede lid, komen slechts ten laste van de uitvoerder of de voogdij- en gezinsvoogdij-instelling indien deze van de te maken kosten vooraf in kennis is gesteld.
8. Na vaststelling van de in het tweede lid bedoelde regeling treft de uitvoerder of de voogdij- en gezinsvoogdij-instelling de voorzieningen die op grond van die regeling noodzakelijk zijn voor de benoeming van de leden van de cliëntenraad. De uitvoerder en de instelling treffen de bedoelde voorzieningen opnieuw telkens wanneer de cliëntenraad gedurende twee jaren niet heeft gefunctioneerd wegens het ontbreken van het in de regeling vastgestelde aantal leden.





Deel deze pagina met: